Overstap naar het Transitie FTK
Het bestuur heeft besloten om over te stappen op het Transitie FTK:
- De planning is dat ons pensioenfonds 1 januari 2027 over gaat naar het nieuwe stelsel.
- Vooruitlopend op het nieuwe stelsel heeft het bestuur een overbruggingsplan – waarmee we het Transitie FTK gaan toepassen - opgesteld.
- Met als doel om de pensioenen eerder en meer te kunnen verhogen.
- DNB heeft het overbruggingsplan op 13 augustus 2024 goedgekeurd.
- De eerstvolgende verhoging, op 1 januari 2025, wordt later dit jaar door het bestuur vastgesteld.
Verruimde toeslagmogelijkheid
Door de toekomstige overgang naar het nieuwe pensioenstelsel heeft ons pensioenfonds de mogelijkheid aangegrepen om pensioenen extra te verhogen (indexeren) op 1 januari 2023 en 1 januari 2024. Dat willen wij ook weer doen op 1 januari 2025 en 2026.
Normaal gesproken mag een pensioenfonds pas indexeren als de dekkingsgraad 110% of hoger is en daarbij gelden strenge regels voor toekomstbestendig indexeren. Hierdoor kan bij een beleidsdekkingsgraad tussen 110% en 144% een gedeeltelijke indexatie worden verleend en boven de grens van 144% een volledige indexatie. Als pensioenfonds hebben we de intentie om de pensioenaanspraken over te brengen naar het nieuwe pensioenstelsel (dit noemen we ‘invaren’). Als we nu kiezen voor het zogenoemde Transitie FTK krijgen we de mogelijkheid om ook de komende twee jaren de pensioenen meer te verhogen. Dat is dus vooruitlopend op het nieuwe stelsel waarin de pensioenen eerder kunnen worden verhoogd dan in het huidige stelstel.
Situatie bij Pensioenfonds Alliance
Sociale partners, dat zijn de werkgevers Nestlé, Nespresso en MCO Health en de COR, hebben in 2022, 2023 en 2024 samen met Alliance onderzocht hoe de overgang naar het nieuwe stelsel het beste kan gebeuren. Daarbij is de voorkeur om de pensioenaanspraken in te varen.
De invaardekkingsgraad stellen we daarbij vooralsnog op tenminste 105,5%. Bij deze invaardekkingsgraad is er op 1 januari 2027 voldoende geld om de individuele pensioenvermogens tenminste voor 100% te vullen én om wettelijke reserves en doelreserves te vullen. In de loop van 2024 en de eerste helft van 2025 wordt de invaardekkingsgraad definitief vastgesteld.
Basis voor toeslagverlening
De basis voor de toeslagverlening is voor de actieve deelnemers de ontwikkeling van de lonen binnen de CAO 1 van Nestlé. Voor de inactieve deelnemers wordt de toeslagverlening gebaseerd op de prijsindex. Hoe hoog deze inflatie zal zijn wordt pas in november 2024 bekend. De indexatie per 1 januari 2025 wordt, op basis van het beleid van Alliance, gebaseerd op de dekkingsgraad eind oktober 2024.
Belangenafweging bij Alliance
Bij de discussie en besluitvorming is er binnen het bestuur veel aandacht besteed aan een evenwichtige afweging van alle belangen. Er zijn diverse varianten voor toeslagverlening besproken. Daarnaast zijn alle argumenten voor en tegen het verlenen van een extra indexatie vooruitlopend op het invaren naar het nieuwe stelsel aan de orde geweest. Verder zijn berekeningen gemaakt om de generatie-effecten inzichtelijk te maken.
Generatie-effecten
Uit de berekeningen blijkt dat een extra indexatie direct in het belang is van de gepensioneerden. Zij krijgen een extra indexatie die ze anders helemaal niet of pas later zouden ontvangen. Voor de gewezen deelnemers en actieve deelnemers wordt op het zelfde moment de verhoging toegekend, maar zij ontvangen die hogere uitkering pas over een tijdje, nadat hun pensioen is ingegaan. Bij het invaren telt de verhoging wel ook direct mee voor het individuele pensioenvermogen. De dekkingsgraad daalt door het toekennen van een hogere indexatie. Op het moment van invaren blijft daarom een wat lager extra vermogen over om te verdelen over de individuele pensioenvermogens. Omdat de gepensioneerde direct al in 2025 en 2026 profijt heeft van een hogere toeslag, is het effect voor die groep positief en voor de gewezen deelnemers en actieven negatief.
De keerzijde van het toepassen van het Transitie FTK is ook dat de kans dat een verlaging moet worden doorgevoerd iets groter wordt. In economisch slechte scenario’s als de zogenoemde invaardekkingsgraad in gevaar komt. Daarvoor geldt het omgekeerde: een gepensioneerde heeft in dat geval al in 2025 en 2026 met een iets lagere uitkering te maken waardoor het effect voor die groep negatief is en voor gewezen deelnemers en actieven positief.
De gemiddelde voor- en achteruitgang in alle economische scenario’s wordt wel het netto-profijt effect genoemd. Het pensioenfonds is verplicht om deze netto profijt berekeningen voor alle leeftijdscategorieën te berekenen. Deze berekeningen laten zien dat voor alle leeftijdscategorieën (oud én jong) het verschil tussen het huidige FTK en het Transitie FTK minder is dan 0,41%.
Het risico op verlagingen verkleinen
Het bestuur heeft in het beleid dat geldt tijdens het Transitie FTK (dus tot 1 januari 2027) een extra veiligheidsmaatregel opgenomen. Namelijk dat als de dekkingsgraad lager zou uitkomen dan 117,5%, weer de regels van het huidige FTK gelden: de regels voor toekomstbestendig indexeren. Ook beraadt het bestuur zich nog over andere maatregelen om de kans op korten te verkleinen, bijvoorbeeld door aanpassingen in het beleggingsbeleid.
Het bestuur vindt dat hiermee zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de belangen van alle deelnemers. Het bestuur acht het gewenst om een bepaalde buffer in stand te houden om de financiële positie van het fonds op orde te houden bij een eventueel nieuwe financiële crisis. Bij een daling van de marktrente en of tegenvallers op de aandelenmarkt vóór het moment van invaren wil het bestuur dat er voldoende buffer overblijft.
Een buffer kan later ook worden gebruikt bij het invaren in het nieuwe pensioenstelsel om de pensioenen te verhogen of om bepaalde doelreserves te vormen. Het bestuur overweegt daarom ook dat als nu meer geld wordt bestemd voor een extra indexatie er straks minder geld overblijft om de pensioenen te verhogen bij het invaren of om aan dergelijke doelreserves te besteden.
Het bestuur heeft besloten tot toepassen van het Transitie FTK en daarmee voor soepeler regels voor het verhogen van de pensioenen. Een gevolg is dat ook dat de kans op een verlaging van het pensioen groter is. Het bestuur heeft nu nog niet besloten tot het verhogen van de pensioenen. Dat gebeurt aan het einde van 2024 en dan informeren wij u daarover.
Het aangepaste beleid tijdens het Transitie FTK kunt u hier inzien.